Je hoeft niet eens heel goed te kijken om het te zien: personenauto’s worden steeds zwaarder, langer, hoger en breder. En ze nemen steeds meer ruimte in. In smalle straatjes rijden ze zich vast. Ze nemen anderhalve parkeerplaats in. Of ze blokkeren het trottoir door daar te staan. Voetgangers, kinderwagens en rolstoelgebruikers kunnen er niet meer langs.
De afgelopen tien jaar zijn auto’s gemiddeld 94 kg. zwaarder geworden, 21 cm. Langer en 6 cm. breder.
Helaas ook de fiets doet mee met de obesitas. De elektrische fiets heeft een veel dikker en zwaarder frame en de accu maakt hem ook zwaarder. En vergeet de fatbike niet.
Autoproducenten hebben een verklaring voor de grotere auto’s. Door de accu’s worden de auto’s zwaar en door de maatregelen om auto’s veiliger en comfortabeler te maken nemen ze in gewicht en omvang toe.
Maar ook de autokopers doen mee aan de auto-obesitas. Ze kiezen voor meer veiligheid en comfort. En ook voor uitstraling van zo’n grote auto. Het is nog steeds een statussymbool.
Maar de nadelen zijn er ook voor fietsers en voetgangers. Bij botsing zijn er grotere risico’s op zwaar letsel of overlijden.
En grotere auto’s gebruiken meer brandstof. De parkeerplekken moeten ook groter zijn, vroeger was de standaard 2 bij 4,8 meter. Nu is het soms al 2,5 bij 6 meter.
Wat kan een gemeente eraan doen? Parkeertarieven aanpassen aan de grootte van de auto. En de landelijke overheid zou de wegenbelasting kunnen aanpassen aan de omvang van de auto.
En wat kunnen wij hieraan doen? Bewust een keuze maken bij de aanschaf van een auto. Moet deze wel zo groot zijn? Wat wil ik ermee?